Column J. Kuiter
Geen parkeerreferendum in Haarlem
Het is weer zover, ons stadsbestuur heeft een bijzonder besluit genomen.
Het Haarlems Dagblad van 31 maart jl. opent met een dikke vette kop: “Geen parkeerreferendum”. En als ik geschrokken verder lees, staat er: “Een mogelijk referendum over de invoering van betaald parkeren in Haarlem is van de baan”.
Ik ben heel erg teleurgesteld over het absurde argument waarom er geen referendum plaatsvindt. Volgens de raad hadden burgers al in een eerder stadium een referendum kunnen aanvragen en dat is dus niet gebeurd. En hiermee doelt ons stadsbestuur op het mobiliteitsbeleid dat in 2021 is vastgesteld. In dit beleid zijn kaders opgesteld voor gereguleerd parkeren. Een aantal Haarlemmers, waaronder ik, heeft hierop via de juiste kanalen gereageerd en kreeg als antwoord:
“Het is inderdaad de bedoeling om voor heel Haarlem gereguleerd parkeren in te voeren, zodat de stad leefbaar en bereikbaar blijft. Hoe dit vorm zal krijgen, zal nog verder uitgewerkt worden.”
Maar wees nou eerlijk, hoe kun je over “kaders” een referendum aanvragen? De onderwerpen moeten nog uitgewerkt worden, dus een stelling formuleren heeft totaal geen zin. Bovendien gaat een groot aantal burgers niet alle beleidsplannen van de gemeente Haarlem uitpluizen. Dat doen alleen gekken als ik.
Nu het stadsbestuur concrete plannen heeft gesmeed, worden deze, zonder verder overleg over de inwoners van Haarlem uitgestort. Ja, de bewoners mochten nog wel reacties geven, maar het stadsbestuur heeft in al zijn wijsheid besloten om niet te luisteren. En daarom grepen de Haarlemmers naar een uiterst redmiddel: “Het referendum”.
En dat leek goed te gaan. De eerste drempel met 400 handtekeningen van de Haarlemse burgers is supersnel bereikt. De volgende horde is ook genomen: de onafhankelijke adviescommissie heeft groen licht gegeven voor het opstarten van een referendum.
Maar aan de blijheid is helaas een einde gekomen toen een meerderheid van de raadsleden heeft besloten om de volksraadpleging ter zijde te schuiven.
Wat er nu nog overblijft is een gang naar de rechter. Het is een dieptepunt in de relatie tussen het gemeentebestuur en de inwoners van Haarlem. Maar als de meerderheid van de raad niet naar zijn inwoners wil luisteren dan zal hij zeker naar de uitspraak van de rechter moeten gaan luisteren.
Column J. Kuiter
Doe-Democratie of Doei-Democratie
Ik mijmer al een tijd over het woord ‘Doe-Democratie’. Een woord dat ik aantrof in de startnotitie ‘Van wijkraad naar wijkplatform’ van de gemeente Haarlem. Mijn zoon denkt dat het een soort geforceerde democratie is waarbij een dictator aan de macht is. Je mag stemmen maar het maakt niet uit wat je stemt want de autoritaire machthebber wint.
Mijn echtgenoot omschrijft het als een ‘Doe-het-zelf-democratie’. De overheid trekt zich steeds meer terug en de burger zoekt het maar uit. Doei-doei-democratie.
Volgens de gemeente is het een vorm van meebeslissen waarbij burgers zelf maatschappelijke vraagstukken oppakken, binnen de doelstellingen van de gemeente. Hierbij is een actieve houding van de burger gewenst. Deze werkwijze past ook in de gefragmenteerde samenleving van de laatste decennia, aldus de gemeente. Bij die vorm van participatie is de ‘ouderwetse’ wijkraad overbodig, omdat bewoners zich flexibel en in wisselende combinaties zouden gaan organiseren. Een van de risico’s is daarbij wel, dat een consistent en continu zichtbaar aanspreekpunt voor de wijkbewoners zou verdwijnen.
De ‘Doe-Democratie’ kan in theorie de gemeenschapszin vergroten, maar ik denk dat er nog een addertje onder het gras zit. Het kan democratisch gezien problemen met zich meebrengen, omdat het geen recept is voor de bevordering van politieke betrokkenheid. Waarschijnlijk gaan burgers een kloof ervaren tussen de eigen verwachtingen en de verwachtingen van het gemeentebestuur. Vooral als burgers met plannen komen waaraan veel tijd is besteed maar waarvan uiteindelijk blijkt dat deze plannen niet binnen de doelstellingen van de gemeente vallen.
Als de gemeente zich eenzijdig focust op de ‘Doe-Democratie’ kan het zijn dat burgers op grotere afstand gezet worden van de politieke besluitvorming. Dat zou burgers verder vervreemden van het overheidsbeleid. Om te vermijden dat de ‘Doe-Democratie’ vervalt in een ‘Doei-Democratie’ is het belangrijk om de betrokkenheid van burgers bij de politieke besluitvorming te vergroten.
Wat vind jij van de ‘Doe-Democratie’? En ben jij een actieve burger die initiatieven neemt voor de wijk? Of juist niet?
Column: J. Kuiter
Een bewogen avond
Op dinsdagavond 22 november 2022 hadden de wijkraden Vondelkwartier en Dietsveld-Vogelbuurt een bewoners bijeenkomst georganiseerd over het invoeren van betaald parkeren in onze wijken. Hierbij waren de fractievoorzitters van de coalitiepartijen uitgenodigd om uitleg en verduidelijking te geven over dit voornemen. Er is namelijk veel weerstand tegen de invoering.
Ik sta in het donker bij de Bavoschool in de Reviusstraat om de bewoners te ontvangen. En dat zijn er veel, veel meer dan de 100 mensen die de wijkraden verwachtten.
De bewoners zijn boos en geagiteerd en zij verwachten veel van de bijeenkomst.
Als ik als een van de laatsten de gymzaal binnenga, merk ik dat het er al erg warm en benauwd is. Ook is er veel drukte en Thea Roos van wijkraad Vondelkwartier probeert de mensen stil te krijgen.
Iedere fractievoorzitter krijgt het woord en kreten als ‘vergroenen, “meer speelplekken voor kinderen”, “toegankelijker maken van de buurt voor iedereen”, “aanleggen van bredere fietspaden en stoepen” komen voorbij. Het publiek wordt rumoerig en sommigen zitten te morren en beginnen te roepen dat het invoeren van betaald parkeren moet stoppen. Een fractievoorzitter geeft aan dat de gemeente dan geen cent meer heeft om uit te geven. Waarop het publiek verzucht: “ah gossie”.
Er is geen probleem met parkeren, er zijn zelfs genoeg parkeerplekken volgens de meeste bewoners.
Er zijn ook voorstanders voor het betaald parkeren maar dat is een minderheid. Hun idee is: minder auto’s is beter voor het milieu en het zorgt voor meer ruimte en veiligheid voor zwakkere verkeersdeelnemers.
Als nog voor de pauze duidelijk wordt dat het besluit over het gereguleerd parkeren al is genomen en dat daarover niet meer gediscussieerd kan worden, lopen veel bezoekers boos en teleurgesteld weg. Opmerkingen als “wat een poppenkast”, “er wordt niet naar ons geluisterd’, “de fractievoorzitters doen als we kleine kinderen zijn en weten zelf alles beter” komen voorbij. Zijn ze hiervoor gekomen?
Na de commotie van weglopende bewoners is er een korte pauze, waarin de weerzin tegen het betaald parkeren ook nog duidelijk wordt gemaakt aan de fractievoorzitters.
Na de pauze mogen de overgebleven bewoners vragen stellen. Dit gaat vooral over de praktische zaken. Hoe zit het met volwassen thuiswonende kinderen die ook een auto nodig hebben voor hun werk? Gelden de bezoekersvergunning ook voor mantelzorgers en zorgmedewerkers? Hoe werkt een vergunning als je een eigen oprit of garage hebt? Kunnen er geen alternatieven bedacht worden of draagvlak onderzoek gedaan? De fractievoorzitters hebben hierop nog niet alle antwoorden paraat.
Of de praktische zaken goed zijn uitgewerkt? Dat is nog maar de vraag. De gemeente Haarlem heeft in ieder geval nog veel werk te doen.